Het huysgen in die pyleerne
De Jacobikerk is de loop der eeuwen verschillende keren uitgebreid en verbouwd.
De website www.kerken kijken.nl vermeldt: "Tijdens de verbreding en verhoging van de zijbeuken ontstond
er rond 1470 een ruimte in de zuidwestelijke pijler, die vóór het jaar 1492 is
gebruikt als kluis.
Deze kluis werd bewoond door de kluizenares Alyt Ponciaens.
In die tijd kwam het meer voor dat mensen zich afzonderden van de wereld om
zich geheel te wijden aan God. De kluis mochten zij vervolgens nooit meer
verlaten. De kluis in de Jacobikerk is vrij klein, nauwelijks 1 x 1,75 meter
groot. Een pilaarcel van nog geen 2 m2 is zelfs voor een toegewijde kluizenares
erg klein en daarom wordt aangenomen, zoals ook bij vele andere kluizen het
geval was, dat de kluis haar bidcel was en dat ervoor nog een ‘camer’ was, waar
zij kon slapen en werken."
Er was wel een contact met de buitenwereld. Door een raam in de muur kon men contact met haar zoeken en kon men verzoeken indienen om voor hen te bidden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten