Het is vandaag Allerheiligen.
In de Rooms Katholieke kerk is dat de feestdag waarop gedacht wordt aan alle heiligen en martelaren. Meer en meer wordt in Protestantse kerken ook stilgestaan bij allen die ons in het geloof zijn voorgegaan door de jaren en en eeuwen heen.
Voor vandaag heb ik de ikoon van Menas opgezocht, die ook
wel wordt aangeduid als de vriend van Jezus. De ikoon is in 2019 geschilderd
door Marja Benschop-Smit.
De "Heiligenkalender" vermeldt een heel
interessante geschiedenis over hem. Het is een heel verhaal, maar het is best
de moeite waard om dat over te nemen:
"Menas van Egypte (ook van Cotyaeum, Frygië);
soldaat, monnik & martelaar; † ca 295 (of toch 303?).
"Volgens zijn legendarische levensbericht was hij van
Egyptische afkomst en diende hij als officier in het Romeinse leger. Toen
begonnen de keizers Diocletianus (284-305) en Maximianus (285-305) decreten uit
te vaardigen tegen de christenen. Het waren de soldaten die ze uit moesten
voeren. Zo werd Menas' regiment naar Afrika gezonden om christenen die niet
wilden offeren aan de goden van het Romeinse Rijk, te arresteren; en wanneer ze
niet wilden luisteren, te doden. Zijn christenhart won het van zijn
soldatenmoraal: hij deserteerde en trok zich terug in de bergen om aan de
onvermijdelijke vervolging te ontkomen: liever wilde beesten dan heidense
mensen.
Volgens sommige berichten was het in de nabijheid van de
Frygische plaats Cotyaeum dat hij zich terugtrok en als kluizenaar leefde. Maar
toen de christenvervolgingen in alle hevigheid losbarstten, en hij vernam hoe
medechristenen in het theater voor de ogen van duizenden schreeuwende
toeschouwers hun leven gaven voor Christus, besloot hij zichzelf aan te geven.
Hoewel tijdens de gehele regeringsperiode van Diocletianus
en Maximianus christenen de marteldood stierven, waren de vervolgingen het
ergst in de jaren 303-304. Vandaar dat sommige bronnen ervan uitgaan dat Sint
Menas zichzelf in die periode aangaf bij de overheid.
Zo ging hij voor de toenmalige landvoogd staan, Pyrrhus
geheten, en riep met luide stem dat hij christen was. Onmiddellijk werd hij
gearresteerd en aan allerlei folteringen onderworpen: hij werd gegeseld, met
ijzeren schrapmessen gevild en met fakkels geschroeid. Maar het scheen hem niet
te deren. Hij riep uit, dat de pijn niks voorstelde: hij droeg ze immers op als
een offer aan God. Daarop werd hij onthoofd. Om te voorkomen dat de christenen
zijn lijk als reliek zouden meenemen, werd hij vervolgens verbrand. Toch zagen
enkele christenen kans om een paar stoffelijke resten te verzamelen. Die
brachten ze naar de Egyptische stad Alexandrië, waar ze eerbiedig werden
begraven. Volgens de overlevering op de plaats, waar de kameel die hem
vervoerde bleef stilstaan.
Verering & Cultuur
Reeds in 325 liet keizer Constantijn († 337; feest 21 mei)
een kerk boven zijn graf bouwen. Daar vlakbij, tussen Wadi Natroen en
Alexandrië, verrees de stad Menapolis (= Menasstad) met kerken, kloosters en
verblijven voor pelgrims, soms wel aangeduid als het 'oud-christelijke
Lourdes'. Men zegt dat ieder die in zijn nood zijn toevlucht zocht bij Sint
Menas op de een of andere manier altijd verhoring vond en geholpen werd.
In de oosterse kerk geniet Sint Menas grote verering. Samen
met Victor wordt hij er gerekend tot de heilige genezers. Hij is de nationale
volksheilige van Egypte. Hij is patroon van Alexandrie; van kooplieden en
handelaren. Zijn voorspraak wordt ingeroepen voor het terugvinden van verloren
voorwerpen en bij grote nood.
Hij wordt afgebeeld als soldaat te paard, als drakendoder net als Sint Joris; met een kameel aan zijn zijde; met monsters die het schip bedreigen waarop zijn stoffelijk overschot wordt vervoerd. Beroemd is de icoon van rond 700 (tegenwoordig in Museum Het Louvre, Parijs, Frankrijk), waarop hij samen met Jezus staat afgebeeld: Jezus - met een evangelieboek onder de arm - heeft als een ware vriend zijn rechterarm over Menas' schouder gelegd. Menas heeft naar het voorbeeld van de apostelen een boekrol bij zich."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten